Ons onderwijs

Kerndoelen
De kerndoelen zijn de landelijke eisen waar een kind aan het eind van groep 8 aan moet voldoen op het gebied van taal, rekenen, wereldoriëntatie, digitale geletterdheid, bewegingsonderwijs, kunstzinnige vorming en verantwoord burgerschap. Deze doelen zijn voor ieder leerjaar vastgesteld.

Leerproces
Wij voelen ons betrokken bij het leerproces van alle kinderen en houden van ieder kind een digitaal volgsysteem bij. Kinderen die, om wat voor reden dan ook, moeite hebben met leren of zich minder betrokken voelen bij het leren, krijgen extra aandacht. Dit kan zijn in de vorm van aangepast of extra werk, observatie, onderzoek of een ouder-kind training. Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders/verzorgers.
Niet alleen het leren tijdens de schoolse vakken van een kind wordt systematisch gevolgd. De sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen houden we ook goed in de gaten, zodat we adequaat kunnen reageren op eventuele problemen en/of veranderingen.

De leerlingen zijn ingedeeld in heterogene groepen en krijgen zowel klassikaal als in groepjes instructie. De kinderen wisselen zelfstandig werken af met allerlei werkvormen, waarbij samenwerken het uitgangspunt is.
Kinderen met leermoeilijkheden krijgen extra aandacht binnen en buiten de klas. Kinderen die moeite hebben met het niveau van de groep krijgen werk op eigen niveau waardoor ‘zitten blijven’ nauwelijks voorkomt.

IPC

Het International Primary Curriculum (IPC) is een basisonderwijs-curriculum voor de zaak- en creatieve vakken, waarbij ruimte is om ook de andere vakken op school te verbinden. Het is geen methode maar een manier van leren. Met IPC worden leerlingen bewuster van hun groei. Ze ontwikkelen zich tot actieve wereldburgers. IPC maakt deel uit van een doorgaande leerlijn.

IPC werkt met duidelijk omschreven leerdoelen en thema’s, zoals thema’s van ‘Missie naar Mars’ tot ‘Circus’. We nemen een voorbeeld: het thema Chocolade (groep 5 & 6). We behandelen vragen als: ‘Waar komt chocolade vandaan?’, ‘Uit welk werelddeel?’, ‘Hoe is het ontdekt?’ en ‘Is het gezond?’. Bij beeldende vorming ontwerpen de leerlingen binnen dit thema een verpakking.

IPC staat als vak niet op zich, maar is een manier van leren, leerlingen leren verbanden zien tussen de vakken, nemen actiever deel aan het onderwijs. Door een terugkerend leerproces weten de leerlingen waar ze aan toe zijn. Altijd is de start met kennisoogst, dan volgt het ontdekken, onderzoeken en met reflectie gaan de leerlingen aan de slag.

Na elk thema is er een afsluiting in elke klas door de leerlingen voor de ouders. Via een presentatie laten de leerlingen zien wat zij geleerd hebben van dit onderwerp. U krijgt hier altijd een uitnodiging voor.

Onderwijs in unit 1/2
De Kraal heeft drie kleutergroepen. De groepen starten aan het begin van het schooljaar met relatief weinig kinderen en vullen zich gaandeweg tot max 28 leerlingen.

Hoe ziet een kleuterdag eruit?

Om 08.30 uur wordt gestart met de grote kring. Vanuit de kring worden de activiteiten voor het speelwerken gestart.
Tijdens het speelwerken zijn de leerlingen bezig in de verschillende thematische hoeken, zoals de bouwhoek, de huishoek, de taal- en leeshoek, de reken- en schrijfhoek en het atelier.
De leerkrachten werken met de map Fonemisch Bewustzijn en Loco 3000 voor het ontwikkelen van klanken en symbolen, iets dat kinderen moeten leren voordat ze naar groep 3 gaan.
Voor rekenen gebruiken we de methode Getal en Ruimte.
Vanuit IPC is voor unit 1/2 een speciaal curriculum geschreven. Binnen een uitdagende speelleeromgeving leren de kinderen door te ontdekken en te spelen. Wij stimuleren de leerlingen om problemen zelf op te lossen. Alles is gericht op de spelontwikkeling, zo divers mogelijk. Zo ontwikkelen leerlingen hun taal, het denken, motorische en hun sociaal-emotionele vaardigheden.

Methodes voor de groepen 3 t/m 8

Veilig Leren Lezen, KIM Versie
Taalactief en Spelling-Actief
Close Reading
Pennenstreken
Getal en Ruimte
Vreedzame school
Voor de zaakvakken (wereldorientatie, geschiedenis en aardrijkskunde, natuur en techniek) werken we vanuit de thema's binnen IPC.

Onderwijs op maat
Onderwijs op maat als je méér nodig hebt!
We vinden het belangrijk dat ieder kind onderwijs krijgt dat past. Wat doen wij op De Kraal voor
leerlingen die behoefte hebben aan meer cognitieve uitdaging?

Sterke rekenaars maken alleen de zgn. blauwe sommen uit onze methode Getal en Ruimte junior. Dat zijn de moeilijkere sommen die zorgen meer verdieping en complexiteit. Daarnaast wordt er gewerkt aan Meesterwerk. Daarbij leren ze niet alleen rekenen, maar ook doorzetten, samenwerken en hulp vragen. Meester Daan begeleidt dit met een wekelijkse instructie en een vragenuurtje. De zelfstandige verwerking van deze instructies vindt plaats in de klassen. Tijdens de “gewone” lessen zorgen we ook voor uitdaging. Bij de EDI-instructie (Expliciete Directe Instructie) kunnen kinderen die het doel al beheersen sneller zelfstandig aan het werk.
Bij Taal differentiëren we door gebruik te maken van taal plus-werkboeken. Daarnaast moedigen we kinderen met een hoog leesniveau aan om veel en uitdagende boeken te lezen uit onze mooie bibliotheek. De leerlingen die al kunnen lezen en in groep 3 zitten worden uitgedaagd met de zonwerkboeken.
Ook in de lessen IPC en Close Reading zorgen we voor verdieping. Leerkrachten gebruiken hierbij de taxonomie van Bloom als hulpmiddel. Dat betekent dat leerlingen vragen krijgen die verder gaan dan alleen onthouden of overschrijven, maar kinderen juist uitdagen om te analyseren, ontwerpen en creëren. Zo leren leerlingen op een dieper niveau denken.

Daarnaast bieden de leerkrachten ook uitdagende stretch opdrachten aan. Stretchopdrachten
kunnen er zo uitzien:

Kan jij voor de groep, met gebruik van alle aardrijkskundige termen, een kwartetspel maken, om samen de woorden meer te oefenen?
Stel je zou nu naar een tijdperk in de toekomst reizen. Wat zou er dan allemaal anders zijn? Hoe zouden vervoermiddelen, communicatie, scholen of voedsel eruitzien?
Welke sociale media ken jij? Bijvoorbeeld Snapchat, Instagram of Whatsapp. Maak een lijstje waarin je opschrijft waar je sociale media voor kan gebruiken. Kan het ook voor problemen zorgen? Heeft het meer goede kanten? Of kan je het beter niet gebruiken?

Daarnaast maken we gebruik van de Chromebooks. Met adaptieve programma’s past het werk zich automatisch aan het niveau van de leerling aan. Leerkrachten kunnen extra opdrachten klaarzetten of het niveau verhogen. Leerlingen kunnen zelfs een nieuwe taal leren via Duolingo of Slimleren.nl.

Naast wat we op school doen, werken we ook samen met externen.

Vanaf groep 5 kunnen leerlingen meedoen aan de Day a Week School. In groep 5/6 nemen we hiervoor de Hersenkrakers af. Samen met de Day a Week School selecteren we daarna de leerlingen
die vanaf januari tot en met groep 8 wekelijks één dag extra uitdagend onderwijs volgen. Vanuit De Kraal nemen daar 15 leerlingen aan deel. De Day a Weekschool adviseert ons bij het formuleren van uitdagende en verdiepende opdrachten voor leerlingen die meer nodig hebben.
Voor groep 8 is er dit jaar de samenwerking met het Cygnus Gymnasium. Leerlingen die interesse hebben in het gymnasium maken alvast kennis met vakken als Latijn, Grieks en wiskunde en doen mee aan een practicum in het laboratorium. Zo zorgen we ervoor dat kinderen die meer aankunnen, écht worden uitgedaagd en met plezier blijven leren.
Bij kleuters die meer uitdaging nodig hebben, gaat het niet om “meer werk” maar vooral om andersoortige prikkels. Sommige kinderen hebben snel door hoe een opdracht werkt en verliezen hun interesse als het daarna steeds wordt. Voor deze kinderen zoeken we manieren om hun nieuwsgierigheid en denkvermogen verder te stimuleren. We doen dat op verschillende manieren. Soms compacten we de stof: als een kind iets al goed kan, hoeft het minder herhaling te doen en krijgt het in de vrijgekomen tijd een uitdagender activiteit. Bijvoorbeeld: in plaats van twintig keer hetzelfde puzzeltje te maken, mag een kind aan de slag met een moeilijkere puzzel of een spel waarbij meerdere oplossingen mogelijk zijn. We bieden kleuters ook verrijking aan. Dat kan een opdracht zijn die aansluit bij een thema, maar die net een stapje verder gaat. Bij het thema “bouwen” kan een kind niet alleen blokken stapelen, maar ook gevraagd worden: “Kun je een brug maken waar de auto echt onderdoor kan rijden?” of: “Hoe zorg je dat de toren stevig blijft als hij hoger wordt?” Op die manier prikkelen we kinderen om na tedenken, te plannen en oplossingen te bedenken.
Daarnaast kijken we naar onderzoekende werkvormen. Kleuters met een grote cognitieve behoeftevinden het vaak leuk om vragen te stellen en verbanden te leggen. We moedigen dat aan door samen onderzoekjes te doen. Bijvoorbeeld: “Wat gebeurt er als we een ijsblokje in warm water leggen, of juist in de zon?” of: “Welke voorwerpen blijven drijven en welke zinken?” Zo leren kinderen spelenderwijs oorzaak en gevolg ontdekken.
Ook in de taal- en rekenhoek geven we extra uitdaging. Een kind dat al letters herkent, kan gevraagd worden om woorden te maken of een verhaal te verzinnen met kaartjes. Bij rekenen kan een kind dat makkelijk tot tien telt, alvast ontdekken hoe het doortelt naar twintig, of kan het verschillende manieren zoeken om hetzelfde getal te maken. Daarnaast starten de kinderen dan ook al (eerder) in het werkboek van Getal en Ruimte junior.
Tot slot vinden we het belangrijk dat kinderen leren samenwerken en doorzetten. Voor cognitief sterke kleuters zijn opdrachten soms pas écht uitdagend als ze samenwerken met andere kinderen of als de taak niet in één keer lukt. Dan leren ze dat fouten maken mag en dat proberen en opnieuw beginnen erbij hoort.
Zo proberen we in de kleutergroepen steeds te zorgen dat ieder kind op zijn eigen niveau wordt aangesproken: de een krijgt wat meer oefening, de ander juist extra uitdaging. Maar voor allemaal geldt: leren doe je spelenderwijs en met plezier.